Mijn love affair met de Schotse ‘tartan’ ruit
Sommige kledingstukken blijven je altijd bij. Voor mij zijn dat mijn donkerblauwe college jas, mijn handgemaakte muntschoenen en mijn Schotse kilt. Er zijn maar weinig dessins die zo populair zijn gebleven als de Schotse “tartan” ruit.
Toen ik een jaar of zes was, had mijn tante Narda voor mijn zusje Ellen en mij een heel mooi rokje gemaakt. Het was een Schotse ruit met een beetje groen en geel. We hadden daar allebei een mooi beige hand gebreid truitje op. En het feit dat ik een kort jongenskapsel had plus een bril met dikke glazen, mocht de pret niet drukken. Ik voelde me helemaal geweldig in die outfit. Wel gek dat ik me dat nog zo goed kan herinneren, maar daar is ongetwijfeld mijn liefde voor de Schotse ruit ontstaan.
Later, toen ik een jaar of vijftien was en op de middelbare school zat, was de ruit nog steeds “in”. Als je er een beetje bij wilde horen, wat voor mij superbelangrijk was, moest er een college jas komen, een paar handgemaakte muntschoenen en een Schotse kilt. Een college jas was een donkerblauwe gabardine jas uit Engeland met een geruite voering en capuchon. Deze verkochten ze alleen bij de Bonneterie in Amsterdam en was volgens mijn moeder veel te duur. Maar mijn leven was zonder die jas niet compleet. Stom dat mijn ouders dat gewoon niet begrepen. Ik kon nergens anders aan denken en dat was het enige waar ik het de hele dag over had.
Gelukkig had een oudere zus van een vriendin zo’n jas en wilde hem wel verkopen, want ze droeg hem toch niet zo vaak. Ik ben er direct naartoe gegaan, voordat ze zich bedacht. Vijftig gulden en ik was de koning te rijk met de (voor mij) nieuwe jas. Ik ben tot op de dag van vandaag nog nooit zo blij geweest met de aankoop van een kledingstuk. Misschien is het daarom dat ik nog steeds graag tweedehands koop. Een felbegeerd exemplaar maar voor een fractie van de originele prijs.
De Schotse kilt was een stuk lastiger om aan te komen, zeker zonder internet. Gelukkig was er in Enschede, de plaats waar ik ben opgegroeid, een sportzaak waar je spullen op rekening kon kopen. Tegen de tijd dat de rekening bij ons thuis kwam en betaald moest worden, had ik de blackwatch kilt al weken naar school aangehad! Mijn arme ouders… Die hadden toen wel wat te verduren.
De muntschoenen die de look af moesten maken, heb ik gekocht van het geld dat ik met mijn eerste vakantiebaantje heb verdiend. De schoenen waren toen €189,00, ik weet niet eens hoeveel dat zou zijn vandaag de dag, maar dit waren geen goedkope schoenen. Ik heb daar toen weken voor gewerkt, maar het was het geld dubbel en dwars waard. Ik heb er in het begin vreselijke zere hakken in gehad, maar na enige tijd waren ze ingelopen en heb ik ze jaren met plezier gedragen. Die schoenen hebben heel wat feestjes gezien.
De jas is tot op de draad versleten en de kilt heb ik na 45 jaar aan mijn schoondochter gegeven die er een minirokje van heeft gemaakt. Blijkbaar is die rok nog steeds “in” en kun je hem ook nog eens vintage noemen.
Mijn oudste zoon was zestien toen hij ook gek was op de Schotse ruit. Hij wilde graag een rode geruite broek en een paar zwarte Doc Martens. Het was zo’n punkbroek met van die zwarte banden die er aan de zijkant aanhangen. Vreselijk vond ik het, vooral in combinatie met de hanenkam op z’n hoofd. Wat zouden opa en oma in Nederland hier wel niet van vinden? Ik heb toen heel erg mijn best gedaan om niet zoveel te zeggen, iets wat voor mij erg lastig is, en de broek en Doc Martens gekocht.
Hij was er net zo blij mee als ik vroeger met die kilt. Hij heeft hem ontzettend veel gedragen en volgens mij verkoopt Moschino hem nu nog. Had ik hem maar bewaard, want dan had ik hem zelf nog kunnen dragen, want nu is die broek namelijk helemaal mainstream en hip.
Dus de moraal van het verhaal: een Schotse ruit is altijd mooi en altijd mooi geweest. Of het nu een klassieke ruit is of een punkbroek, de ruit past bij iedereen en op elke leeftijd.
En de Doc Martens? Die kun je zelfs op je zestigste nog aan!